De Geloofsbelijdenis van Nicea: 1700 jaar christelijke geschiedenis en geloof

Dit jaar is het 1700 jaar geleden dat het Concilie van Nicea (325) plaatsvond, een belangrijke gebeurtenis in de geschiedenis van de Kerk. Uit dit concilie, en later uit het concilie van Constantinopel (381), kwam wat vandaag de dag bekend staat als de geloofsbelijdenis van Nicea en Constantinopel. Deze geloofsbelijdenis (van het Latijnse credo dat “ik geloof” betekent), die zowel door orthodoxe, katholieke als protestantse christenen wordt gebruikt, blijft een belangrijk symbool van het christelijk geloof. Met dit in gedachten organiseerde het team van Evangelium2033 op donderdag 23 januari 2025 in Louvain-La-Neuve een oecumenische avond over de geloofsbelijdenissen onder de titel: De oorsprong van de geloofsbelijdenissen: een orthodoxe, katholieke en protestantse benadering. De sprekers waren : Benoît Bourgine, katholiek theoloog, hoogleraar dogmatische theologie aan de Faculteit Theologie van de UCLouvain, Christophe d’Aloisio, orthodox theoloog, directeur van het Instituut voor Orthodoxe Theologie in Brussel en Salvatore Manfroid, protestants theoloog, voorstellend predikant in de Verenigde Protestantse Kerk van België en docent aan de FUTP (Faculté Universitaire de Théologie Protestante) in Brussel.

 

Historische oorsprong

De context van het Concilie van Nicea (325)

In 325 riep de Romeinse keizer Constantijn de bisschoppen bijeen in Nicea, in Klein-Azië (nu Turkije), om de Arische controverse op te lossen. Arius, een presbyter van Alexandrië, onderwees dat de Zoon (Christus) minder was dan de Vader en door hem geschapen, waardoor de volledige goddelijkheid van Christus en dus ook de heilsleer in twijfel werd getrokken. Het Concilie veroordeelde het arianisme en nam een eerste versie van de geloofsbelijdenis aan, waarin werd bevestigd dat de Zoon “van dezelfde substantie” (homoousios) was als de Vader, waardoor de volmaakte eenheid van de goddelijkheid werd vastgesteld. 

Het Concilie van Constantinopel (381)

Terwijl Nicea de positie van de Zoon verduidelijkte, bleef de kwestie van de Heilige Geest onopgelost. Controverses – met name met de Pneumatomachianen, die de volledige goddelijkheid van de Heilige Geest ontkenden – leidden tot een nieuw onderzoek. In 381, op het Concilie van Constantinopel, vulde de vergadering de formulering van Nicea aan door te specificeren dat de Geest “Heer en gever van leven” is, “die voortkomt uit de Vader” en “die aanbeden en verheerlijkt wordt met de Vader en de Zoon”. Deze verrijkte tekst staat vandaag de dag bekend als de Geloofsbelijdenis van Nicea-Constantinopel.

 

De tekst en zijn nut

De Geloofsbelijdenis van Nicea-Constantinopel wordt gepresenteerd als een geautoriseerde “samenvatting” van het christelijk geloof. Het beschrijft de drievuldigheidsleer – de Vader, de Zoon en de Heilige Geest – en de heilsleer (de incarnatie, dood en verrijzenis van Christus, de  uitstorting van de Geest, het leven in de Kerk en de hoop op de uiteindelijke verrijzenis). De fundamentele kenmerken zijn als volgt:

(1) Geloofsregel: het geeft richting aan de interpretatie van de Schrift, garandeert leerstellige eenheid en dient ook als referentiepunt tegenover ketterijen (daarom is het in het leven geroepen).

(2) Liturgisch nut: gereciteerd in de katholieke mis, in de orthodoxe goddelijke liturgie en in sommige protestantse diensten, structureert het het gemeenschapsgebed.

(3) Hart van de christologie: het bevestigt de volledige goddelijkheid van Christus en drukt de volheid van de Drie-eenheid uit.

 

De betekenis voor christenen vandaag

In de orthodoxe traditie is het Credo onmisbaar. Het wordt in elke liturgie gereciteerd en blijft de onbetwiste leerstellige norm, zonder het Filioque. Het is de historische en spirituele getuige van een authentiek geloof, bewaard voor de scheiding (schisma) van 1054.

In de katholieke traditie wordt het Credo, met het Filioque, opgenomen in de zondagsmis en op belangrijke feestdagen. Het wordt beschouwd als een betrouwbare gids voor de overdracht van het apostolische geloof en is de schakel die generaties verenigt rond een eeuwenoude traditie.

In de protestantse traditie liggen de zaken iets anders. Veel protestantse gemeenschappen erkennen de waarde van de Geloofsbelijdenis van Nicea en Constantinopel als een gemeenschappelijke geloofsbelijdenis van de vroege concilies. Hervormers zoals Maarten Luther en Johannes Calvijn namen het over – Luther nam het op in zijn catechismus en Calvijn benadrukte de belangrijke rol ervan in de zichtbare eenheid van de Kerk – om de waarheid van het heil over te brengen en de christelijke identiteit te versterken.

De Verenigde Protestantse Kerk van België respecteert en gelooft ook in de verschillende symbolen en geloofsbelijdenissen die centraal staan in haar identiteit. Sterker nog, deze symbolen staan in artikel 1.2 van de Constitutie en Kerkorde, die ik citeer:

In de gemeenschap van de universele Kerk erkent zij de erfgenaam te zijn van hen die hun geloof hebben beleden in de Geloofsbelijdenis van de Apostelen, de Geloofsbelijdenis van Nicea en Constantinopel, de Geloofsbelijdenis van Athanasië, de Geloofsbelijdenis van Augsburg, de Geloofsbelijdenis van Belgica, de Heidelbergse Catechismus, de Vijfentwintig Artikelen van Godsdienst. Zij plaatst zich onder het gezag van de Heilige Schrift, die zij door de Heilige Geest ontvangt als het Woord van God, de hoogste regel van haar geloof en leven.

 

Een brug van gemeenschap en een leerstellig referentiepunt

De Geloofsbelijdenis van Nicea en Constantinopel vormt een echte brug tussen de verschillende christelijke confessies, ondanks historische verschillen zoals het Filioque. Het vertegenwoordigt de levende herinnering aan een geloof dat van de apostelen is overgeleverd en een gemeenschappelijk fundament waarop de essentiële doctrines zijn gebaseerd: de goddelijkheid van Christus, de volledige openbaring van de Heilige Geest en de eenheid van de Drievuldigheid. Door deze tekst te reciteren bevestigen we dat we deel uitmaken van een traditie die al eeuwenlang gelovigen verenigt rond dezelfde visie op God.  Dit is de achtergrond van de oecumenische bijeenkomst op donderdag 23 januari 2025. In een geest van dialoog organiseerden we een oecumenische bijeenkomst die complementaire stemmen samenbracht:

Benoît Bourgine herinnerde ons eraan dat de geloofsbelijdenis verder gaat dan liturgisch formalisme en een compendium is van Bijbelse openbaring, bekrachtigd door de concilies en drager van de heilsgeschiedenis.  Christophe d’Aloisio bood een historische en liturgische analyse en benadrukte de verdediging van het geloof tegen ketterijen en het behoud van de kerkelijke eenheid door de eerste eeuwen heen. Van mijn kant presenteerde ik de ontvangst van het Credo in het ‘protestantisme’, in het bijzonder in de gereformeerde traditie, waarbij ik liet zien hoe deze tekst vanaf het begin van de Reformatie werd geïntegreerd in de catechismussen van Luther en een essentieel pedagogisch hulpmiddel werd voor de overdracht van het christelijk geloof.

Het doel van deze bijeenkomst was om het erfgoed van het Credo opnieuw te onderzoeken, een levend geloof te benadrukken en te reageren op hedendaagse uitdagingen – in het bijzonder de herdefiniëring van de notie van Gods “almacht”, nu heroverwogen in het licht van het concept van Pantocrator. De discussie toonde aan dat, ondanks onze verschillen, het Credo een vector van eenheid en een gemeenschappelijk referentiepunt voor het christendom blijft.

Door de 1700e verjaardag van het Concilie van Nicea (325) te vieren, eren we een beslissend moment dat het christelijk geloof vorm gaf. De Geloofsbelijdenis van Nicea en Constantinopel is veel meer dan een historische tekst: het is een levende geloofsdaad, een leerstellige verbintenis en een brug van gemeenschap tussen de verschillende christelijke tradities. Deze oecumenische ontmoeting heeft laten zien dat we, ondanks onze verschillen, kunnen spreken over een gemeenschappelijk erfgoed en samen een toekomst kunnen zien waarin de eenheid van het geloof de verdeeldheid overstijgt.

Wij geloven in één God, de almachtige Vader, … en in één Heer Jezus Christus, de eniggeboren Zoon van God, … en in de Heilige Geest, die Heer is en het leven geeft, …

(Uittreksel uit de Geloofsbelijdenis van Nicea-Constantinopel)

Moge dit 1700 jaar oude symbool ons geloof blijven voeden, ons liturgische leven blijven leiden en ons dichter bij elkaar brengen in een oprechte en constructieve dialoog.

 

            Salvatore Manfroid in ProNews 16

Beeld: Salvatore Manfroid, pater Christophe d’Aloisio, Benoît Bourgine (foto met dank aan S.Manfroid)

arrow